woensdag 1 mei 2019

Weerspreuken voor MEI



 Weerspreuken voor MEI



De dagen lengen, maar daar is alles mee gezegd. Koude kan gemist worden als kiespijn om over nachtvorst maar te zwijgen. Maar de IJsheiligen staan nog voor de deur. De kille noordenwind kan zomaar met wat nachtelijke vorst binnenvallen en het jonge gewas te gronde richten. En anders wel de hagel. Dit werd bestreden door her en der op het land veldkruizen te plaatsen. Of het ook geholpen heeft… ? Begin mei hebben alle vogels een nest of een ei. Behalve de koekoek en de spriet want die kennen dan hun nest nog niet.

·         Voor nachtvorst bent u niet beschermd tot St. Servaas zich over u ontfermt.

·         Is ‘t koud en bloeit de Meidoorn, veel van haar pracht gaat verloren.

·         Wie zijn schaap scheert voor St. Servaas (13 mei) houdt meer van wol dan van het schaap.

·         Is het weer in mei te mooi dan ziet de schuur maar weinig hooi.

·         In mei een warme regen, betekent vruchtenzegen

·         Onweer in mei, maakt de boeren blij.Meikeverjaar goed jaar.

·         Als het onweert in mei, valt er vaak hagel bij.

·         Is mei nat, een droge juni volgt zijn pad.

·         Als het dondert in mei, valt er dikwijls regen bij.

·         Mei koel en te nat, brengt koren in het vat.

·         Een koude maand mei, een goude mei.

·         Avonddauw en zon in mei, is hooi met karren op de wei.

·         Is het weer in Mei te mooi, dan krijgt de schuur maar weinig hooi.

·         Een natte mei geeft boter in de wei.

·         Mei niet te koud en niet te nat, vult de schuur en ook het vat.

·         Kan vriezen in mei tot de ijsheilige voorbij zijn.

·         Een bijenzwerm in mei,is een goed teken voor de wei.

·         Mei tot jubelmaand verkoren, heeft toch rijm achter de oren.

·         Het onweer in de schone mei, doet het koren bloeien op de hei.

·         Heden schupjes, morgen drupjes.

·         Als is Marmertus oud en grijs, houdt hij van vriezen en van ijs.

·         Voor ijsheilige de bloemen buiten, veelal kan je daar naar fluiten, wacht of tot ze zijn voorbij, de bloemen zijn dan blij.

·         Roept de houtduif keer op keer, dan komt er vast en zeker mooi weer.

·         Scheert de zwaluw over water en wegen, dan komt of blijft er wind en regen.

·         De zonne in de meie, zet oude lieden aan het vrijen.

·         IJsheilige hebben koude koppen.

·         Als de eikels in mei gaan bloeien, zal alles volop gaan groeien.

·         Wie nu zijn koren zaait, voelt zich later niet bekaaid.

·         Zoele mei, boerengeschrei.

·         Pancras, Servaas en Bonifaas, ze geven vorst en ijs helaas.

·         Nachtvorst in mei, houdt jonge groen niet schadevrij.

·         Regen en wind in het midden van mei, maakt de boeren vast niet blij.

·         Als de Bij naar huis toe vlucht, zit er regen in de lucht.

·         Meiregen op het zaad, is goud op de plaat.

·         Hoe meer onweer in mei, zoveel minder in de herfst..

·         Kamillegeur in mei, brengt de zomer dichterbij.

·         In mei staat het vast, zijn vaak de en de hoed tot last.

·         Weest op uw hoede, en wacht nu wel, mei baart dikwijls kattenspel.

·         In mei nat, een droge juni volgt haar pad.

·         Mei nat, spek in het vat.

·         Onweer in mei, gras in de wei.

·         Zingt de vink vroeg in de meimorgen, dan zal die dag voor regen zorgen.

·         Avonddauw en zon in mei, hooi met karren uit de wei.

·         Krimpende wind, Stinkende wind.

·         Broedt de spreeuw vroeg in april, er is een schone mei op til.

·         Als het op Sint Filippus (1-5) regent, is de oost gezegend.

·         Sint Urbanus (25-5) en de zon,wijn in de ton.

·         Is het klaar met Petronel (31-5), dan meet men vlas met een el.
Bron onbekend