Weerspreuk voor JUNI
Hoe wordt de oogst?
Ligt er een groeizame zomer in het verschiet of gaat het juist regenen dat het
giet en blijft het kil. Als het koud en nat in juni is, dan is het de rest van
het jaar ook mis.
·
Regent het op Sint Barnabas (11-6), zwemt de oogst in een waterplas.
·
Gaat juni goed voorbij, dan is men in juli nog blij.
·
Niet te koel, niet te zwoel, niet te nat, en niet te droog, vult de schuren
hoog.
·
Juni met veel donder, brengt de oogst ten onder.
·
Is er in juni pas zonneschijn, dan wordt de zomer erg klein maar fijn.
·
Juniregen is God’s zegen, komt zonneschijn daarbij, dan maakt het boer en
stadslui blij.
·
In Juni veel regen, komt wijngaard en bijen ongelegen.
·
Blaast juni uit de noorderkant, verwacht veel koren op het land.
·
Vliegen de vleermuizen ‘s avonds rond, dan komt er mooi weer in de vroege
stond.
·
Donderweer in juni maakt het koren dik.
·
Zware onweers baren dikke korenaren.
·
Juniweer meer droog dan nat, vult met goede wijn het vat.
·
Donderweer in juni, maakt het koren dik.
·
Op juni komt het aan, of de oogst zal bestaan.
·
Mei niet te koel en niet te nat en niet te droog, vult de schuren hoog.
·
Als het koud en nat in juni is, dan is het heel het jaar ook mis.
·
Hoort ge in juni de donder kraken, dan maken de boeren goede zaken.
·
Is juni nat en guur, dan wordt alles slecht en duur.
·
Blaast de wind in juni uit de noorderkant, zo waait het koren van het land.
·
In juni dondergevaar, dan is het een vruchtbaar jaar.
·
Wie nu zijn vel niet brandt, staat starks als een bleekscheet op het
strand.
·
Als de noordenwind in juni staat, komt het onweer veel te laat.
·
Boeren maaien nu hun grasjes, stedelingen pakken hun terrasjes.
·
In juni te veel regen in de nok, schaadt de bij en de bonenstok.
·
Juni met veel donder, brengt de oogst ten onder.
·
Juni regen geeft veel zegen, maar met een bijtje erbij, en het zonnetje er
boven, doet de boer de Here loven.
·
Met een zomerwervelwind, is het weer ons goed gezind.
·
In juni koude en een regenvlaag, ziet het boerke niet zo graag.
·
Zo heet het is in juni, zo koud het is in december.
·
Een boon in juni geplant, geeft er vijftig in de hand.
·
Een wei die in juni niets geeft, is niet waard dat ze leeft.
·
Gaat juni goed voorbij, dan is men in juli nog blij.
·
Is de zomeravond mistig, dan is het weer met gaven kwistig.
·
Wat St. Medardus (1-6), geeft droog of nat, zes weken duurt het dit of dat.
·
Heeft Magriet(10) geen zonneschijn, dan zal het een natte zomer zijn.
·
Regen op Sint Barnabas (11-6), dan zwemt de oogst in de waterplas.
·
Is het op Sint Antonius (13-6) nat, de boer drinkt zich van verdriet zat.
·
Regen met Sint Veith (15-6),dan regen het zes weken in de tijd.
·
Het weer van St. Jan (24-6), houdt dertig dagen aan.
·
Met St. Jan de wind uit het noorden, het goede weer is geboren.
·
Als op St. Pieter (29-6) het haantje kraait, komt het regenweer ons
toegewaaid
Bron onbekend